Foonsearch

Persoonsgegevens: ‘Hoe moeilijk kan het zijn?’ (2)

Terug naar een nieuw centraal systeem voor de basisregistratie van personen, dr. L. de Jong daarover:

De Jodenkartotheek van de ‘Zentralstelle’

De bezetter die de Joden uit Nederland zou gaan deporteren, wenste de beschikking te hebben over een volledige kartotheek met de persoonsgegevens van alle Joden. Misschien wel het belangrijkste: men moest hun adressen bezitten. Waren die gegevens dan niet al bijeengebracht? Zeker wel: ze stonden keurig gerangschikt bij de rijksinspectie van de bevolkingsregisters, in het gebouw ‘Kleykamp’ in Den Haag.

In Den Haag stond net zo’n statig pand als dat in Amsterdam naast Artis:

kleykamplentz

Daarin residerend, genoemde Lentz, als hoofd van de rijksinspectie van de bevolkingsregisters:

Bij de bevolkingsregisters werden de lijsten bewaard waaruit bleek op welke data bepaalde nummerseries van pb’s uitgereikt waren, en in Den Haag, in het gebouw Kleykamp, bevonden zich bij de rijksinspectie van de bevolkingsregisters de z.g. Ontvangstbewijzen-Persoonsbewijs: dat waren meer dan zeven miljoen per gemeente alfabetisch op naam gerangschikte kaarten die van elkeen aan wie een persoonsbewijs uitgereikt was (d.w.z. van alle ingezetenen van vijftien jaar of ouder), de persoonsgegevens vermeldden en van de betrokkene tevens de handtekening, de foto en de vingerafdruk toonden.

En in het midden van april '44 dan ook door de Royal Air Force gebombardeerd, met personeel en al:

Andere tijden

Op 11 april 1944 vliegen zes Engelse Mosquito bommenwerpers op klaarlichte dag naar Den Haag voor een aanval op Kleykamp, het Centrale Bevolkingsregister. Dat is op verzoek van het Nederlands Verzet. Het resultaat van de actie: brandende persoonsbewijzen en ongeveer 60 doden. Maar het verzet kan nu wel veilig met vervalste persoonsbewijzen rondlopen.

Het tv-programma over dilemma’s in oorlogstijd: het moest wel overdag op een werkdag anders waren de brandvrije kasten dicht. Evengoed slechts een kwart van de registratie vernietigd en dat “twee jaar te laat”.

Voor gebruik in ‘Hollerith machines’, ‘electromechanical punched card tabulators’, ook van karton:

ibm

Iemand heeft er “IBM” op gefröbeld en het is de 80-koloms-versie die IBM voor de oorlog introduceerde.

Zegt nog niets. Wordt ook niet door De Jong in zijn (wetenschappelijke) editie beschreven.

Maar een Amerikaanse journalist beweert bij hoog en bij laag:

IBM and the Holocaust

Solipsistic and dazzled by its own swirling universe of technical possibilities, IBM was self-gripped by a special amoral corporate mantra: if it can be done, it should be done. To the blind technocrat, the means were more important than the ends.

In de nog niet bezette ‘Low Countries’ dan wel het intussen bezette ‘Holland’:

On March 20, 1940, just as Hitler was preparing to launch his spring invasions of the Low Countries and Western Europe, Watson rushed to incorporate Watson Bedrijfsmachine Maatschappij N.V.—the Dutch name for Watson Business Machines Corporation.

Having surpassed its own card printing needs, by 1941, IBM NY was annually shipping Holland 132 million cards printed in America. Unquestionably, Holland automated its data with Holleriths.

Registratie middels formulieren werd overgebracht op ponskaarten:

Although nearly all of Holland angrily condemned the Nazi registration, the Jews did as instructed. With few exceptions, every Dutch Jewish family dutifully picked up its questionnaires, filled them out completely, and filed with the nearest registration office.

More than 157,000 questionnaires were ultimately returned in the first months—more than the entire Jewish community because many sympathetic Dutchmen actually volunteered to register alongside their Jewish countrymen. Lentz’ punching cadres began converting the Jews to Hollerith records as quickly as possible.

Lentz’ numerous Census Offices lacked the coordinated ability to identify, cross-index, and organize Jewish names nationally. Only a centralized Hollerith operation could do that. Moreover, Wimmer wanted the Jews alphabetized. Without alphabetizing, an organized step-by-step round-up and deportation to camps could not occur.

Ging er bij deze gewezen RIOD/NIOD-man niet in:

Wie ponste de ponskaarten

Het grootste deel van IBM en de Holocaust is een gedetailleerde beschrijving van een kapitalistische firma waar winstmaximalisatie centraal stond.

IBM was bovendien een monopolist, die geen ponskaartmachines verkocht maar ze verhuurde, evenals de benodigde kennis om de machines te bedienen. Een firma die ook veel verdiende aan zijn monopolie om de kaarten te leveren die nodig waren om de Hollerith-machines te `voeden’

De ponskaarten van IBM hebben nazi-Duitsland zeker geholpen bij het registreren en vervolgen van de joden, blijkt uit een studie naar de rol van het Amerikaanse bedrijf voor en tijdens de oorlog. Maar rechtstreekse medeplichtigheid aan de holocaust is daarmee nog niet aangetoond.

De geautomatiseerde bevolkingsadministratie in Europa was een handig, maar niet noodzakelijk onderdeel van de jodenvervolging. Als in Nederland de administratie, mede dankzij de Hollerith-machine van IBM, zo fantastisch was georganiseerd, waarom zouden de joden zich dan per decreet in januari 1941 zélf hebben moeten melden?

En hoe zou IBM vanuit Amerika in 1941 132 miljoen ponskaarten Nederland hebben kunnen binnenbrengen?

Historicus Alberts nuanceert verband Jodenvervolging en mechanische bevolkingsregisters:

Wie heeft het geweten?

Bijzonder aan Nederland was dat er een Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters was, ingesteld in 1936. Die Rijksinspectie legde een Centraal Bevolkingsregister aan.

Aan de ene kant had men op gemeentelijk niveau bevolkingsregisters die met de hand werden bijgehouden. Aan de andere kant verzamelde het Centraal Bureau voor de Statistiek in Den Haag statistische gegevens, geaccumuleerd statistisch materiaal dat anoniem werd verwerkt in ponskaarteninstallaties. Het had sowieso niet voor de individuele vervolging van Joden gebruikt kunnen worden.

De missing link in Nederland is volgens de historicus de in 1936 opgerichte Rijksinspectie Bevolkingsregister, dat onder het ministerie van Binnenlandse Zaken viel. Onder leiding van Jacobus Lambertus Lentz, de belichaming van de vooruitstrevende administrateur in Nederland, werden alle bevolkingsregisters in Nederland binnen vijf jaar op één lijn gebracht.

Daardoor konden ze gemechaniseerd worden en was het mogelijk ponskaarten van iedere individuele burger te maken. Dat Centraal Register maakte wel gebruik van de machines van het CBS. Lentz was een zeer toegewijde bureaucraat, ook tijdens de Duitse bezetting.