Jan Marco, oké, zondagavond, gaat-ie. Het heet hier dan nog wel “opendata-forum” - als in: open data alstublieft - maar voor ‘geodata’ was dit doel intussen wel gehaald?
[quote=“Weerman, post:136, topic:239”]
Dat is ook Europa, eens verdedigden bijvoorbeeld zij van Rijkswaterstaat deze bestanden met hun leven, nu gaan er vanwege de “Inspire”-richtlijn in 30 minuten tonnen over de draad - euro, niet gigabytes.[/quote]
Dus kan iemand nu bij de overheid zomaar straten gaan ophalen met bijvoorbeeld de naam van een componist maar waar een schrijver woont:
Het pand beschikt over totaal 12 kamers, waaronder 8 slaapkamers en drie badkamers. De totale woonoppervlakte bedraagt 454 vierkante meter, verdeeld over een souterrain en nog drie verdiepingen.
Uiteraard is er ook een riante achtertuin van 50 vierkante meter, gelegen op het zuiden en is er een dakterras aanwezig van 40 vierkante meter. De keuken is prachtig en van alle gemakken voorzien en heeft ook een kookeiland.
Is daarna kleiner gaan wonen:
De totale woonoppervlakte is 220 vierkante meter verdeeld over twee woonlagen. Beneden bevinden zich niet alleen drie slaapkamers, maar ook een badkamer en de woonkamer.
Boven bevindt zich nog een slaapkamer met badkamer, een studeerkamer en de zeer luxe keuken met alle mogelijke inbouwapparatuur. De hele woonboot is voorzien van vloerverwarming.
Verder is er nog een zogenaamd ‘Eco’ dak met een terras van 30 vierkant meter, vanwaar je een schitterend uitzicht hebt op Amsterdam.
Of, geen componist, “Leidsekade”:
Mulisch maakte zelf van zijn huis al een museum
De werkkamer van Harry Mulisch is na zijn dood intact gebleven. Alsof de schrijver er net nog was. Een verbouwing tot museum is het streven.
Voor de verbouwing en conservering wordt een miljoen euro gezocht en als dat lukt, dan zou het huis eind 2014 of begin 2015 open kunnen voor publiek.
De etage op 103 is een ruimte in drie delen. In de voorkamer bevinden zich boekenkasten, banken en zitjes. In een kleine zijkamer staat een kleine televisie. In de achterkamer staat zijn houten bureau, waarop onder meer een loep en een set dobbelstenen ligt.
Echt een plek voor een klassiek georiënteerde auteur. Gezeten aan het bureau liet Mulisch zich graag fotograferen.
WOZ-waarde, eenkommatweedriezes Mega-euro, was niet zijn eigendom, verhuurder was de familie die het Hirschgebouw bezit en die hem toen hij nog leefde samen met het aanpalende Holland Casino al behoorlijk dicht op de huid zat:
Bij het genoemde gratis geo-gegevensloket, PDOK, informatie ophalen over zijn stekje:
Als je inzoomt zie je daar links in de coulissen welke aanvullende informatiebronnen je nog zou kunnen aanvinken, bijv. CBS-cijfers voor een 100x100 mtr raster. Zo druk als het daar rond het Leidseplein altijd is, zo weinig mensen wonen daar echt:
Eigendomsverhoudingen in een op dezelfde manier geopende extra kadastrale kaartlaag:
Mulisch met de “M” van moest en zou, de NRC weer:
Op jonge leeftijd stond Harry Mulisch, toen nog woonachtig in Haarlem, te kijken naar de grachtenpanden aan de Leidsekade. Hij bedacht dat als hij een huis in Amsterdam zou krijgen het daar moest zijn. En, vertelt Kitty Saal, zijn weduwe, met een glimlach, „Het zou Harry niet zijn of dat lukte hem ook”.
De schrijver zette een advertentie in de krant en kon een achterkamertje huren op nummer 104. Daar schreef hij ook Het Stenen Bruidsbed, de roman uit 1959. Het adres vermeldde hij op het manuscript, want zo was de schrijver.
In principe was hij meteen al thuis als hij zich bij het verlaten van “Café Americain” languit voorover zou laten vallen maar zo’n peperdure plek, hartje Amsterdam, hoe zit dat?
Hoe word je rijk als schrijver?
Een schrijver verdient over het algemeen niet bijster veel met het schrijven van boeken. De tarieven zijn vastgesteld in standaardcontracten, die zijn overeengekomen tussen de Vereniging voor Letteren (VVL) en de Groep Algemene Uitgevers (GAU).
Hoeveel een schrijver krijgt, is afhankelijk van de hoeveelheid boeken die hij verkoopt. Over de eerste vierduizend verkochte exemplaren krijgt een schrijver tien procent van de opbrengst, de verkoopprijs min de btw. Van exemplaar 4001 tot tien duizend krijgt de schrijver 12,5 procent, 10.001 tot 100 duizend is 15 procent en voor meer dan honderdduizend verkochte exemplaren staat een percentage van 17,5 procent.
Zeggen ze erbij, boekverkopen kunnen worden gestimuleerd door media-aandacht:
Een boek met een uitgekiende marketingstrategie is ‘Komt een vrouw bij de dokter’ van Kluun. Dit was het op-een-na-best verkochte boek van 2006. Schrijver Kluun, zelf uit de reclamewereld afkomstig, had een duidelijk beeld hoe zijn boek het beste in de markt gezet moest worden en heeft dit bij uitgeverij Podium bedongen.
Zijn strategie was succesvol. ‘Komt een vrouw bij de dokter’ ging 476.726 maal over de toonbank. Met een verkoopprijs van 12,50 euro en een btw-tarief van 6 procent komt dat op een jaaropbrengst van bijna 950 duizend euro.
Lang niet iedere schrijver is zo bijdehand:
Schrijvers verdienen evenveel als zeventienjarige vakkenvullers
Waar brengt dit ons, vanuit het perspectief van de schrijver? Zijn of haar boek zal een zo groot mogelijke lezerskring moeten verwerven om, ironisch genoeg, de werkelijke verdiensten van het schrijverschap aan te jagen. Zo bezien is er eigenlijk meer belang bij een hoge omzet voor een lage prijs dan bij een lage omzet tegen een hoge prijs. En dat geldt het meeste voor debutanten of schrijvers die nog niet zo bekend zijn.
In dat geval, dan maar “een vrolijk en informatief boek” over straatnamen:
We hebben elke dag met straatnamen te maken. Als we post versturen, als we ergens op bezoek gaan, als we de weg zoeken in een vreemde stad. Achter veel van die namen schuilen bijzondere en interessante verhalen. Want wie bedenkt al die straatnamen? Wat zeggen straatnamen over onszelf en onze cultuur? Hoe komen straten als de Apendans, de Vliegende Koffer en de Dubbeleworststeeg aan hun naam? Wie heeft de straatnamen van het Monopolyspel gekozen?
De uitgever: Als je het uit hebt kun je nooit meer normaal naar een straatnaambord kijken. Maar dat is helemaal niet erg.